De Prins

Z.D.H. Prins Ton d’n Úrste (Ton van Melis)
Woont in de Rentmeesterstraat.
Werkt bij de gemeente Gemert-Bakel als toezichthouder wijkbeheer en is brandweerman.
Prinsin is Jozien van Melis – Mauriks.
Adjudant is André van Zundert en Gouvernante is Carolien van Zundert – Vogels.
Zijn motto is:
Dí jaor gaon Waj nie rèèje már glèèje!
Zijn voorgangers kun je vinden via deze link.
Prins
De aanvoerder van Carnaval in Waeverstad is de ‘verheven persoon’ binnen de Drumknaauwers. Zijn wil is wet en alle geledingen doen hun best om het de Prins zoveel mogelijk naar de zin te maken.
De officiële benaming voor de Prins is:
“Zijne Dorstlustige Hoogheid, Prins der Drumknaauwers, Häer van Waeverstad”. Aan deze basistitels mag de Prins, in zijn Proclamatie, enkele persoonlijke toevoegingen doen. De Prins kiest, in overleg met de Vorst, één Adjudant en stelt samen met de Vorst zijn 11 huisregels, de Proclamatie, op en verzint zijn regeermotto.
Naast dit motto wordt een benaming voor de huisorde van de Prins bedacht. Doorgaans zal dit een formulering zijn in de vorm ‘Van… tów Drumknaauwer’ waarbij op de puntjes een verwijzing komt te staan naar de afkomst of het beroep van de Prins. Deze huisorde wordt door de Prins uitgereikt aan de geledingen en personen in zijn omgeving waarvan hij vindt dat ze de onderscheiding verdienen. Indien de Hoogheid ervoor kiest kunnen er vele gradaties in zijn huisorde worden aangebracht met bijbehorende (in vorm en omvang verschillende) onderscheidingen. Er kan ook worden volstaan met twee varianten: Een hanger / medaille en een ‘pin’. Deze keuze is volledig aan de Prins en komt ook voor zijn rekening.
De partner van de Prins wordt betiteld als ‘Prinsin’. Een benaming die soms de wenkbrauwen laat fronsen. De reden hiervoor is logisch: We noemen de Koningin immers ook geen ‘Koninges’… Prinsin is iemand voor het leven. De titel ‘Ex-Prinsin’ bestaat derhalve niet.
De regeerperiode van de Prins duurt 1 jaar, gerekend van zijn verschijning / installatie op 11-11 tot en met zijn abdicatie / verdwijning op 11-11 van het daarop volgende jaar. Mocht een Prins onverhoopt, en om wat voor dwingende reden dan ook, niet in staat zijn aan zijn verplichtingen te voldoen dan wordt de Prins van het jaar daarvoor als invaller gevraagd.
Kleding / herkenningstekenen van de Prins:
Cape:
De witte Prinsencape is een kopie van de cape die de Commanderijridders van de “Duitsche Orde” droegen. De cape is afgezet met een zwarte, omhoog staande kraag en is aan de binnenzijde afgezet met rood en groene stof. Op de cape wordt rechts een ‘Duits Kruis’ gedragen een kopie van het wapen van de “Duitsche Orde”. Op de linkerzijde staat het wapen van de (voormalige) gemeente Gemert: Een schild met in het midden een zwarte adelaar op een zilveren kruis op gouden kwartieren.
Steek:
De Prins draagt een witte steek die qua vorm herinnert aan de oude ‘zotskap’ / narrenkap. In deze steek draagt hij een oneven aantal veren, doorgaans 3 of 5. Deze veren draagt hij aan de linkerzijde (hartzijde) en zorgen ervoor dat de Prins altijd boven de feestvierders ‘uitsteekt’ en dus makkelijk te vinden is. De keuze en de aanschaf van de steek komen volledig voor rekening van de Prins.
Prinsenkruis:
Het Prinsenkruis symboliseert de verbondenheid van Carnaval met de kerk en is versierd met rode en groene sierstenen.
Drumknaauwer:
De Zilveren Drumknaauwer die de Prins om zijn nek draagt symboliseert de relatie tussen de Gemertse weefindustrie en het Drumknaauwerscarnaval.
Scepter:
Het belangrijkste attribuut van de Prins is zijn scepter: Deze houten staf, met daarop een gestyleerde weergave van een narrenkop, geeft aan dat hij de heerser over Waeverstad is. De scepter wordt in de linkerhand gehouden en veelvuldig rondgezwaaid om zo het gezag van de Prins te benadrukken. Het verliezen van de scepter is dan ook een ernstige aangelegenheid. De Prins is dan immers niet meer ‘herkenbaar’ en daardoor ontdaan van zijn macht en privileges. Om verlies / diefstal te voorkomen is dan ook een stevig lederen riempje aan de scepter en om de pols van de Prins bevestigd. Desondanks dienen de Prins en de Adjudant er altijd alert op te zijn dat er mensen op uit zijn om de staf te bemachtigen. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat er losgeld (in de vorm van bier) betaald moet worden om de ontvoering van de scepter te beëindigen…
Tijdens alle festiviteiten draagt de Prins zijn witte handschoenen.
Alleen als de Prins is “aangekleed” in zijn officiële tenue, is zijn directe hofhouding ( Bestuursleden en Raad van Elf) in vol ornaat aanwezig. Alleen tijdens de ‘Prinsverschijning’ ontstaat even een machtsvacuüm en blijft de voltallige hofhouding in functie zonder dat er een Prins aanwezig is.
De Prins wordt bij zijn installatie aangekleed door de Vorst en bij alle volgende officiële gelegenheden door zijn Adjudant. Dit aankleden gebeurt in de vaste volgorde:
- Cape
- Prinsenkruis
- Zilveren Drumknaauwerke
- Steek
- Veren
- Scepter
Pas nadat de Prins in vol ornaat is zet zijn hofhouding de steken op en completeren zij hun ceremoniële kleding.
Na officiële activiteiten wordt er ‘afgelegd’ en wel volgens de onderstaande richtlijnen:
Eerst legt de hofhouding af en vervolgens wordt de Prins door zijn Adjudant van alle regalia ontdaan in deze volgorde:
- Veren
- Steek
- Cape
- Zilveren Drumknaauwerke
- Prinsenkruis
- Scepter
Bij zijn verdwijning wordt de Prins ‘afgelegd’ door de Vorst of door personen die speciaal door de Vorst zijn aangewezen.
De Prinsin draagt tijdens officiële gelegenheden een groen-witte sjerp en draagt, indien zij daarvoor kiest, dezelfde kleding als de Gouvernante. Dit is echter geen wetmatigheid en is volledig de vrije keuze van de dames.
Activiteiten:
De Prins is de vertegenwoordiger van Gemert bij alle officiële Carnavalsactiviteiten binnen en buiten de gemeentegrenzen. Bij alle activiteiten van de Drumknaauwers is hij aanwezig en het middelpunt en de ‘hoogst aanwezige persoon’.